Hard and soft G in Dutch

http://dbpedia.org/resource/Hard_and_soft_G_in_Dutch

Hard and soft G in Dutch (Dutch: harde en zachte G) refers to a phonetic phenomenon of the pronunciation of the letters ⟨g⟩ and ⟨ch⟩ and also a major isogloss within that language. In southern dialects of Dutch (that is, those spoken roughly below the rivers Rhine, Meuse and Waal), the distinction between the phonemes /x/ and /ɣ/ is usual, with both realized as cardinal velars [x, ɣ] or post-palatal [ç˗, ʝ˗], hereafter represented without the diacritics. The allophony between those two types of fricatives is termed soft G in Dutch dialectology. It is almost the same as the distinction between the Ach-Laut and the Ich-Laut in German, with an additional contrast of voicing. rdf:langString
La prononciation de la lettre G varie en néerlandais entre le et le (en néerlandais respectivement zachte G et harde G). Il s'agit d'un phénomène phonologique qui touche le "G" lui-même mais aussi le "CH" dont la prononciation est similaire. Il indique une isoglosse qui se trouve au niveau des grandes rivières (Grote rivieren en néerlandais). rdf:langString
Met de term zachte g wordt verwezen naar een bepaalde uitspraak van de klanken die in de Nederlandse spelling worden weergegeven met de grafemen g en ch. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied worden deze klanken uitgesproken als palatale fricatieven (in het IPA weergegeven als respectievelijk [ʝ]? (stemhebbend) en [ç]? (stemloos)), en niet als de velaire fricatieven [ɣ]? (stemhebbend) en [x]? (stemloos), de zogenoemde . De zachte g kan voor de meeste Nederlanders als gemarkeerd beschouwd worden. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied is deze uitspraak juist algemeen. rdf:langString
rdf:langString Hard and soft G in Dutch
rdf:langString Prononciation de la lettre g en néerlandais
rdf:langString Zachte g
xsd:integer 21339047
xsd:integer 1123483909
rdf:langString Hard and soft G in Dutch (Dutch: harde en zachte G) refers to a phonetic phenomenon of the pronunciation of the letters ⟨g⟩ and ⟨ch⟩ and also a major isogloss within that language. In southern dialects of Dutch (that is, those spoken roughly below the rivers Rhine, Meuse and Waal), the distinction between the phonemes /x/ and /ɣ/ is usual, with both realized as cardinal velars [x, ɣ] or post-palatal [ç˗, ʝ˗], hereafter represented without the diacritics. The allophony between those two types of fricatives is termed soft G in Dutch dialectology. It is almost the same as the distinction between the Ach-Laut and the Ich-Laut in German, with an additional contrast of voicing. In northern dialects of Dutch, the distinction (if present at all) is not consistent and is best described as a fortis–lenis contrast, rather than a contrast of voicing. In those varieties, /x/ and /ɣ/ are no more front than cardinal velars. In addition, /x/ is usually a post-velar fricative with a simultaneous voiceless uvular trill: [x̠͡ʀ̥]. /ɣ/, if distinct from /x/, is pronounced as a somewhat lengthened voiceless cardinal velar [xˑ], but it usually falls together with /x/ as [x̠͡ʀ̥], especially word-initially. This is termed hard G in Dutch dialectology. It is also used in Afrikaans, so that the Afrikaans word goed 'good' has the same pronunciation as in Northern Dutch, in addition to having the same meaning in both languages. Speakers normally use those pronunciations in both standard language and the local dialect. The only exception to that are speakers from the southern Netherlands that have undergone accent reduction training, in which case they will use a trill fricative when speaking standard Dutch. It is very rare for speakers to use the hard G when speaking Brabantian or Limburgish. In Ripuarian, the voiced /ɣ/ has been so fronted as to merge with the palatal approximant /j/ (except after back vowels); cf. Standard Dutch goed 'good' with jód in the Kerkrade dialect. Those dialects are also an exception to the rule, as they switch over to the respective standard pronunciation when speaking Standard Dutch (in which case [ɣ ~ ʝ] is used) or, on the other side of the border (e.g. in Herzogenrath, where the Kerkrade dialect is also spoken), Standard German (in which case [ɡ] is used). The pronunciation with /j/ is marked in both the Netherlands and Germany (where it is commonly associated with the Colognian dialect, which is another variety of Ripuarian).
rdf:langString La prononciation de la lettre G varie en néerlandais entre le et le (en néerlandais respectivement zachte G et harde G). Il s'agit d'un phénomène phonologique qui touche le "G" lui-même mais aussi le "CH" dont la prononciation est similaire. Il indique une isoglosse qui se trouve au niveau des grandes rivières (Grote rivieren en néerlandais). Dans la partie nord de la zone linguistique néerlandaise en Europe, en particulier au nord et à l'ouest des Pays-Bas, ces lettres représentent une consonne vélaire (respectivement [ɣ] et [x]) ou une consonne fricative uvulaire ([χ], le ). Toutefois, dans les dialectes du nord, la distinction n'existe plus et les deux sons sont prononcées soit [x] soit [χ]. Dans les dialectes qui confondent le "G" et le "CH", il est encore possible, pour certains locuteurs, de prononcer « g », [ɣ]. À l'inverse, dans beaucoup de dialectes du néerlandais présents dans le sud, en particulier dans les provinces du Limbourg et du Brabant-Septentrional aux Pays-Bas, et un peu partout en Flandre, le « g » et le « ch » sont des palatales fricatives (respectivement [ʝ] et [ç]), le .
rdf:langString Met de term zachte g wordt verwezen naar een bepaalde uitspraak van de klanken die in de Nederlandse spelling worden weergegeven met de grafemen g en ch. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied worden deze klanken uitgesproken als palatale fricatieven (in het IPA weergegeven als respectievelijk [ʝ]? (stemhebbend) en [ç]? (stemloos)), en niet als de velaire fricatieven [ɣ]? (stemhebbend) en [x]? (stemloos), de zogenoemde . De zachte g kan voor de meeste Nederlanders als gemarkeerd beschouwd worden. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied is deze uitspraak juist algemeen. De zachte g is taalkundig gezien een tamelijk zeldzaam verschijnsel. De stemloze palatale fricatief wordt slechts door 5% van de wereldtalen gebruikt. De stemhebbende palatale fricatief is nog zeldzamer, die komt slechts voor in 7 van de 317 talen die zijn opgenomen in de originele UCLA Phonological Segment Inventory. In Europa komt deze laatste klank behalve in het Zuid-Nederlands ook in het Nieuwgrieks en het Schots-Gaelisch voor.
xsd:nonNegativeInteger 11251

data from the linked data cloud