Alice Nahon

http://dbpedia.org/resource/Alice_Nahon an entity of type: Thing

Alice Nahon (16 August 1896 – 21 May 1933) was a Belgian poet from Antwerp. rdf:langString
Alice Nahon, née le 16 août 1896 à Anvers ; morte dans la même ville le 21 mai 1933 , était une poétesse belge flamande. rdf:langString
Alice NAHON (naskiĝis la 16-an de aŭgusto 1896 en Antverpeno, mortis la 21-an de majo 1933 samurbe) estis flandra poetino. En Flandrio ŝi plej probable estas ĉefe konata pro la versikloj el sia Avondliedeke (Vesperkanteto): (En traduko: Ho estas bone l' propran koron Esplori antaŭ l' dormo, pri -, Ĉu de tagiĝo ĝis vespero, Neniun koron vundis mi.) Deko el ŝiaj poemoj estis tradukita en Esperanton de Hector Vermuyten. Laŭ Remy van Eynde, kiu persone konis Jan Nahon, la fraton de Alice, ŝi multe simpatiis al Esperanto. rdf:langString
Alice Nahon (Antwerpen, 16 augustus 1896 - aldaar, 21 mei 1933) was een Antwerpse dichteres. In Vlaanderen is Nahon wellicht het meest bekend van de versregels van haar Avondliedeke III: 't is goed in 't eigen hert te kijken, nog even vóór het slapengaan,of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan, ... rdf:langString
rdf:langString Alice Nahon
rdf:langString Alice Nahon
rdf:langString Alice Nahon
rdf:langString Alice Nahon
rdf:langString Alice Nahon
rdf:langString Alice Nahon
xsd:date 1933-05-21
rdf:langString Antwerp
xsd:date 1896-08-23
xsd:integer 10018266
xsd:integer 1068139917
rdf:langString Alice Nahon
xsd:date 1896-08-23
rdf:langString Alice Nahon
xsd:date 1933-05-21
xsd:integer 200
rdf:langString Belgian
rdf:langString poet
rdf:langString Alice Nahon (16 August 1896 – 21 May 1933) was a Belgian poet from Antwerp.
rdf:langString Alice NAHON (naskiĝis la 16-an de aŭgusto 1896 en Antverpeno, mortis la 21-an de majo 1933 samurbe) estis flandra poetino. En Flandrio ŝi plej probable estas ĉefe konata pro la versikloj el sia Avondliedeke (Vesperkanteto): (En traduko: Ho estas bone l' propran koron Esplori antaŭ l' dormo, pri -, Ĉu de tagiĝo ĝis vespero, Neniun koron vundis mi.) Ŝia patro estis nederlandano francdevena. Ŝia patrino, Julia Gijsemans, venis el Putte (apud Meĥleno). Ŝi estis la tria el familio de dek unu infanoj. Ekde sia dek-oka vivojaro ŝi laboris kiel flegistino en la mansanulejo Stuivenberg en Antverpeno. Ŝi suferis pro kronika bronkito kaj deprimiĝo kaj pasigis multajn jarojn en pluraj flegejoj. Tamen ŝi sukcesis verki en tiu periodo du poemarojn, Vondelingskens (Trovitetoj, 1920) kaj Op zachte vooizekens (Etmelodie, 1921). Post restadoj en Italio kaj en Francio ŝi eklaboris en 1927 en la urba biblioteko de Meĥleno. Per la poemaro Schaduw (Ombro, 1928) ŝi provis forigi de si la renomon verki nur dolĉajn poemojn, kritiko, kiun ŝi i.a. ricevis de poeto Paul Van Ostaijen. La poemaro Maart-April (Marto-aprilo) aperis postmorte en 1936. Deko el ŝiaj poemoj estis tradukita en Esperanton de Hector Vermuyten. Laŭ Remy van Eynde, kiu persone konis Jan Nahon, la fraton de Alice, ŝi multe simpatiis al Esperanto.
rdf:langString Alice Nahon, née le 16 août 1896 à Anvers ; morte dans la même ville le 21 mai 1933 , était une poétesse belge flamande.
rdf:langString Alice Nahon (Antwerpen, 16 augustus 1896 - aldaar, 21 mei 1933) was een Antwerpse dichteres. In Vlaanderen is Nahon wellicht het meest bekend van de versregels van haar Avondliedeke III: 't is goed in 't eigen hert te kijken, nog even vóór het slapengaan,of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan, ... Haar vader was Nederlander en boekhandelaar in Antwerpen. Haar moeder, Julia Gijsemans, was afkomstig van Putte bij Mechelen en was een gediplomeerde onderwijzeres. Alice was derde in een gezin van elf kinderen. Van 1911 tot 1913 ging ze naar de landbouw-huishoudschool te Overijse in Vlaams-Brabant, het huidige Sint-Martinuscollege dat later een schoolgebouw naar haar vernoemde. Vanaf haar achttiende werkte ze korte tijd als leerling-verpleegster in het Stuivenberg-ziekenhuis te Antwerpen. Kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd ze ernstig ziek. Ze werd jarenlang behandeld als tuberculose-patiënte maar in feite leed ze aan chronische bronchitis (mogelijk veroorzaakt door een aangeboren hartafwijking) en depressiviteit. Van juni 1917 tot december 1922 verbleef ze in het Sint-Jozefintituut, een sanatorium in Tessenderlo. Toch schreef zij in die periode twee dichtbundels: Vondelingskens (1920) en Op zachte vooizekens (1921), die haar een enorme populariteit bezorgden. Een aantal van deze gedichten verschenen eerst in tijdschriften zoals De Schelde, een Vlaams-nationalistisch dagblad. Tijdens de jaren twintig had ze verschillende korte relaties, o.m. met de avant-gardist Michel Seuphor, de Belgische journalist en publicist en de Limburgse poète maudit, .Na verblijven in Italië en Frankrijk ging ze vanaf 1927 werken in de stadsbibliotheek van Mechelen tot ze wegens haar wankele gezondheid eind 1930 op pensioen werd gesteld. Met de bundel Schaduw (1928) wilde ze zich tevergeefs afzetten tegen haar zoetgevooisd imago en tegen de kritiek van onder andere Paul van Ostaijen en Martinus Nijhoff. Begin jaren dertig verbleef ze in Mortsel in de kapelwoning van Kasteel Cantecroy. In haar laatste levensjaar woonde ze in de Carnotstraat in Antwerpen; onderzoek in de bevolkingsregisters heeft uitgewezen dat alleen haar Engelse vriendin, , daar ingeschreven was. De dichtbundel Maart-April verscheen postuum (1936). Ze kreeg een graf in een ereperk op Schoonselhof. In de gemeente Putte is een lagere school naar haar genoemd. In de gemeenten Zwijndrecht, Melsele (Beveren) en Zolder (Heusden-Zolder) is er een Alice Nahonlaan. De gemeenten Zele, Putte, Belsele (Sint-Niklaas) en Beernem en het district Ekeren (Antwerpen) hebben een Alice Nahonstraat. Een Alice Nahonlei is te vinden in Schoten en Mechelen kent een Alice Nahonplein. Ook in het Nederlandse Rijen (Gilze en Rijen) is er een Alice Nahonstraat. In de gemeente Overijse staat het borstbeeld van Nahon. In Oostduinkerke is een Alice Nahonsquare te vinden.
xsd:nonNegativeInteger 5859
rdf:langString Antwerp
xsd:gYear 1896
xsd:gYear 1933

data from the linked data cloud