Withy

http://dbpedia.org/resource/Withy

Die Wiede, auch das Wiedel genannt, ist ein verdrehter Zweig aus pflanzlichem Material, aus dem Bänder oder Seile geflochten werden. rdf:langString
En vidja är en rak, tunn och smidig kvist eller rot av böjligt trä; det kan exempelvis vara av ene, hassel, sälg, björk eller pil. Vidjor används till tunnband, flätning av väggar, gärdesgårdar, korgar och fiskeredskap såsom ryssjor. Skalade, vridna vidjor har använts till rep, traljar, trugor och . Även en basad gren av gran som vrids när den används i till exempel en gärdesgård är en vidja. Basning är att upphetta grenen så att hartserna mellan fibrerna blir så lösa att fibrerna kan glida. Björk och vide kan vridas utan basning. rdf:langString
Proutí je pružný a ohebný podlouhlý materiál přírodního původu, používaný v košíkářství na výrobu předmětů splétáním. Ve střední Evropě se historicky používají pruty z keřů a stromů rodu vrba (Salix), jako je např. vrba košíkářská (Salix viminalis), vrba nachová (Salix purpurea) či vrba trojmužná (Salix triandra). Sklizeň (vyřezávání) se provádí v době (od listopadu do března), nebo alespoň v době, kdy je dřevo bezlisté a bez pupenů. Pruty se poté třídí podle velikosti a síly a svážou do svazků. Proutí se používá pružné (nesmí uschnout) ve dvou variantách – syrové, zelené proutí (při pletení nutno pamatovat, že sesychá) krátce po sklizni, kdy se skladuje ve stínu, chladu a vlhku – buď po omezený čas ve vodě (příliš dlouho a zakoření) nebo překryté vlhkou textilií. Nebo uschlé, kdy se prou rdf:langString
Vimeno estas natura fibro, kiu akiriĝas el arbedo de la genro salikoj (genro Salix, ĉefe la specio Salix viminalis, sed ankaŭ Salix fragilis kaj Salix purpurea) kaj kiu estas teksita por krei meblojn, korbojn kaj aliajn utilajn objektojn. En la teksado oni uzas la tigon kaj branĉojn de la planto, ĉu en sia tuta dikeco por la borderaĵo, ĉu en tranĉaĵoj tranĉitaj laŭlonge por la ŝtofo mem. Borderaĵo estas ofte farita el pli firmaj materialoj, tiam pli fleksebla materialo estas uzata por plenigi la enan parton. rdf:langString
A withy or withe (also willow and osier) is a strong flexible willow stem, typically used in thatching, basketmaking, gardening and for constructing woven wattle hurdles. The term is also used to refer to any type of flexible rod of natural wood used in rural crafts such as hazel or ash created through coppicing or pollarding. Several species and hybrid cultivars of willows (often known as osiers) are grown for withy production; typical species include Salix acutifolia, Salix daphnoides, , Salix purpurea, Salix triandra, and Salix viminalis. rdf:langString
Wilgentenen zijn waterloten van wilgen, die worden gebruikt voor het vlechten van manden en dergelijke. Vroeger werden de tenen ook gebruikt bij het maken van vitselstek wanden. Als een wilg wordt geknot gaan er op het snijvlak waterloten (lange, rechte scheuten) groeien. Deze zijn vanwege hun lengte en soepelheid uitermate geschikt voor het maken van vlechtwerk. Als wilgen regelmatig geknot worden, wordt de groeivorm van de boom een knotwilg. rdf:langString
rdf:langString Proutí
rdf:langString Wiede
rdf:langString Vimeno
rdf:langString Wilgenteen
rdf:langString Withy
rdf:langString Vidja
xsd:integer 11677633
xsd:integer 1124572951
rdf:langString Proutí je pružný a ohebný podlouhlý materiál přírodního původu, používaný v košíkářství na výrobu předmětů splétáním. Ve střední Evropě se historicky používají pruty z keřů a stromů rodu vrba (Salix), jako je např. vrba košíkářská (Salix viminalis), vrba nachová (Salix purpurea) či vrba trojmužná (Salix triandra). Sklizeň (vyřezávání) se provádí v době (od listopadu do března), nebo alespoň v době, kdy je dřevo bezlisté a bez pupenů. Pruty se poté třídí podle velikosti a síly a svážou do svazků. Proutí se používá pružné (nesmí uschnout) ve dvou variantách – syrové, zelené proutí (při pletení nutno pamatovat, že sesychá) krátce po sklizni, kdy se skladuje ve stínu, chladu a vlhku – buď po omezený čas ve vodě (příliš dlouho a zakoření) nebo překryté vlhkou textilií. Nebo uschlé, kdy se proutí pro získání pružnosti máčí (rozmočí se za cca 4 hodiny) a vaří. Proutí se používá neloupané i loupané, přičemž loupání se provádí u čerstvě nařezaného proutí. Bílé proutí je proutí bez kůry, získává se například povařením ve vodě a stažením z kůry, dále pařením a mízováním. Vrbový šén vznikne rozčtvrcením prutu a odstraněním jádra hoblováním.
rdf:langString Die Wiede, auch das Wiedel genannt, ist ein verdrehter Zweig aus pflanzlichem Material, aus dem Bänder oder Seile geflochten werden.
rdf:langString Vimeno estas natura fibro, kiu akiriĝas el arbedo de la genro salikoj (genro Salix, ĉefe la specio Salix viminalis, sed ankaŭ Salix fragilis kaj Salix purpurea) kaj kiu estas teksita por krei meblojn, korbojn kaj aliajn utilajn objektojn. En la teksado oni uzas la tigon kaj branĉojn de la planto, ĉu en sia tuta dikeco por la borderaĵo, ĉu en tranĉaĵoj tranĉitaj laŭlonge por la ŝtofo mem. De la mezepoko ĝis la 18-a jarcento la lerteco pri la vimenplektado estis konservita uzante vimenon. Komence de la 20-a jarcento, kultivado denove forte disvolviĝis tra Eŭropo. Nuntempe estas tre malmultaj landoj dediĉitaj al kultivado de vimenoj kaj fabrikado de korboj kaj mebloj el ĉi tiu fibro. Borderaĵo estas ofte farita el pli firmaj materialoj, tiam pli fleksebla materialo estas uzata por plenigi la enan parton. Ekzistas dokumentaj referencoj pri vimenoj jam en Antikva Egiptio. Oni supozas, ke la vasta uzado de vimenaj objektoj en la ferepoko influis la disvolviĝon de ŝablonoj uzataj en kelta arto. En pli moderna epoko ĝia estetiko estis forte influita de la Movado pri Artoj kaj Metioj fine de la 19-a jarcento.
rdf:langString A withy or withe (also willow and osier) is a strong flexible willow stem, typically used in thatching, basketmaking, gardening and for constructing woven wattle hurdles. The term is also used to refer to any type of flexible rod of natural wood used in rural crafts such as hazel or ash created through coppicing or pollarding. Several species and hybrid cultivars of willows (often known as osiers) are grown for withy production; typical species include Salix acutifolia, Salix daphnoides, , Salix purpurea, Salix triandra, and Salix viminalis. Places such as Wythenshawe and Withy Grove (both in Manchester) take their names from the willow woods and groves that grew there in earlier times. The Somerset Levels remain the only area in the UK growing basket willow commercially.
rdf:langString Wilgentenen zijn waterloten van wilgen, die worden gebruikt voor het vlechten van manden en dergelijke. Vroeger werden de tenen ook gebruikt bij het maken van vitselstek wanden. Als een wilg wordt geknot gaan er op het snijvlak waterloten (lange, rechte scheuten) groeien. Deze zijn vanwege hun lengte en soepelheid uitermate geschikt voor het maken van vlechtwerk. Als wilgen regelmatig geknot worden, wordt de groeivorm van de boom een knotwilg. Wilgentenen kunnen eenvoudig in de grond gestoken worden en als de condities goed zijn, lopen zij uit en groeien uit tot volwassen bomen. Wilgen zijn gevoelig voor de duur van de periode dat de planten in het water staan. Is de periode te kort dan treedt verdroging op en sterven de planten. Is de periode te lang dan verdrinken de planten. Katwilg bijvoorbeeld, lijkt optimaal te gedijen wanneer de planten gedurende 200-230 dagen per jaar worden overstroomd (zonder geheel onder water te raken). Tijdens de overstroming daalt het zuurstofgehalte in de bodem snel doordat water de lucht verdringt uit de bodem en door het zuurstofverbruik van micro-organismen. Als de overstroming te lang duurt sterven de boomwortels af als gevolg van zuurstoftekort. Om zich aan te passen aan overstroming vormen de wilgen aan de stam net onder het wateroppervlak zogenaamde adventief- wortels. Als dikke bossen hangen deze wortels om de stammen en nemen zuurstof en voedingsstoffen op uit het rivierwater. Als de wilgen echter geheel onder water staan worden geen adventiefwortels gevormd. Wilgen kunnen circa acht weken volledige overstroming overleven door in rust te gaan, een groot aantal bladeren te laten vallen en na de overstroming pas weer verder te groeien. Voor het maken van rijshoutconstructies in de waterbouwkunde worden vooral wilgentenen gebruikt. In de jaren voor 1960 werden naast wilgentenen ook rijshout van andere boomsoorten gebruikt. Doordat de tenen in de meeste rijshoutconstructies altijd onder water blijven, zal de wilg niet gaan groeien. Door het lage zuurstofgehalte treedt ook geen rotting op en kunnen deze constructies vele tientallen jaren meegaan. Voor kraagstukken (= zinkstuk rond de waterlijn) geldt dat niet, rond de waterlijn zullen de tenen afsterven of juist gaan groeien. Als ze afsterven zal een rottingsproces optreden en zal het kraagstuk vergaan; als ze gaan groeien kan dit een versterking betekenen, mits daar rekening mee is gehouden. Soms worden tenen bewust geplaatst net rond de waterlijn om zo een ooibos te creëren dat de golven kan remmen.
rdf:langString En vidja är en rak, tunn och smidig kvist eller rot av böjligt trä; det kan exempelvis vara av ene, hassel, sälg, björk eller pil. Vidjor används till tunnband, flätning av väggar, gärdesgårdar, korgar och fiskeredskap såsom ryssjor. Skalade, vridna vidjor har använts till rep, traljar, trugor och . Även en basad gren av gran som vrids när den används i till exempel en gärdesgård är en vidja. Basning är att upphetta grenen så att hartserna mellan fibrerna blir så lösa att fibrerna kan glida. Björk och vide kan vridas utan basning.
xsd:nonNegativeInteger 3389

data from the linked data cloud