Procreation sonnets
http://dbpedia.org/resource/Procreation_sonnets an entity of type: WikicatSonnetsByWilliamShakespeare
The procreation sonnets are Shakespeare's sonnets numbers 1 through 17. Although Sonnet 15 does not directly refer to procreation, the single-minded urgings in the previous sonnets, may suggest to the reader that procreation is intended in the last line: "I engraft you new". Sonnet 16 continues the thought and makes clear that engrafting refers to recreating the young man in "barren rhyme". Sonnet 16 goes on to urge the youth to marry and have children.
rdf:langString
Procreation sonnets (te vertalen als Voortplantingssonnetten) is de naam die werd gegeven aan een reeks sonnetten van William Shakespeare, waarin een mooie jongeman wordt aangemaand om te zorgen voor nageslacht. Het gaat om de reeks sonnetten met de nummers I tot en met XVII (1 tot 17).
rdf:langString
rdf:langString
Procreation sonnets
rdf:langString
Procreation sonnets
xsd:integer
5492388
xsd:integer
1070877944
rdf:langString
The procreation sonnets are Shakespeare's sonnets numbers 1 through 17. Although Sonnet 15 does not directly refer to procreation, the single-minded urgings in the previous sonnets, may suggest to the reader that procreation is intended in the last line: "I engraft you new". Sonnet 16 continues the thought and makes clear that engrafting refers to recreating the young man in "barren rhyme". Sonnet 16 goes on to urge the youth to marry and have children. They are referred to as the procreation sonnets because they encourage the young man they address to marry and father children. In these sonnets, Shakespeare's speaker several times suggests that the child will be a copy of the young man, who will therefore live on through his child. The actual historical identity, if any, of the young man is a mystery; two candidates that have received the most consideration are Henry Wriothesley, 3rd Earl of Southampton; and William Herbert, 3rd Earl of Pembroke. Sonnet 18 ("Shall I compare thee to a summer's day?") turns away from the theme of procreation and introduces a new and greater perspective, in which the speaker of the sonnets begins to express his own devotion to the young man.
rdf:langString
Procreation sonnets (te vertalen als Voortplantingssonnetten) is de naam die werd gegeven aan een reeks sonnetten van William Shakespeare, waarin een mooie jongeman wordt aangemaand om te zorgen voor nageslacht. Het gaat om de reeks sonnetten met de nummers I tot en met XVII (1 tot 17). In elk gedicht van deze reeks worden argumenten aangevoerd waarom het voor de hedonistische jongeling belangrijk is om te trouwen en vader te worden. De spreker stelt dat een kind een kopie is van de vader en dat het mooiste dat de jongeman aan de wereld te bieden heeft bewaard wordt in dat kind, zodat de wereld ook na het vergaan van zijn schoonheid en zelfs na zijn dood zijn schoonheid kan bewonderen. Zo begint Sonnet 1 met de versregel "From fairest creatures we desire increase" (Van de mooiste wezens verwachten we vermeerdering), waarbij increase vooral slaat op het verwekken van kinderen. Sonnet 2 herneemt dit thema en waarschuwt de jongeman dat hij, wanneer hij 40 jaar is, a totter'd weed zal zijn, een gehavend kledingstuk. Hiermee zinspeelt de spreker erop dat de jongeman zijn schoonheid zal verliezen. En wanneer de jongeman in Sonnet 3 zijn eigen spiegelbeeld bewondert, zegt zijn vriend: Die single and thine image dies with thee ... (Als de jongeman sterft zonder te huwen en zonder een kind te krijgen, dan zal dit beeld ook met hem vergaan). Of de aangesproken man werkelijk bestaan heeft en of hij Shakespeare heeft gekend blijft een mysterie. Vanwege de geheimzinnige opdracht aan het begin van de sonnettenbundel "Mr.W.H." (volgens een drukfout voor "W.S." - William Shakespeare) zijn de meest waarschijnlijke kandidaten en William Herbert, 3e graaf van Pembroke. Zo is ook gesuggereerd dat de leeftijd van deze laatste ten tijde van de 17 sonnetten zeventien was. Sonnet 18 (Shall I compare thee to a summer's day) is een hartstochtelijke liefdesverklaring die breekt met de overtuigende toon van de voorgaande reeks. Volgens David West in Shakespeare's Sonnets is deze breuk zorgvuldig geregisseerd: in sonnetten 1 tot 17 slooft de spreker zich uit om de jongeman te overladen met lof, en die lof verandert geleidelijk in liefde.
xsd:nonNegativeInteger
2860