Planosol
http://dbpedia.org/resource/Planosol an entity of type: Species
Planosol (PL) (von lat.: planus, eben) ist ein Begriff der Bodenkunde und benennt eine der 32 Referenzbodengruppen der World Reference Base for Soil Resources (WRB). Die Gruppe umfasst jahreszeitlich stauwasserbeeinflusste Böden mit abrupter Zunahme des Tongehalts irgendwo innerhalb von 100 cm. Stauwasserböden ohne abrupte Tongehaltszunahme gehören in der WRB zu den Stagnosolen.
rdf:langString
Planosol merupakan jenis kelompok tanah mineral dengan ciri lapisan bawah dari akumulasi lempung, biasanya terdapat di daerah dataran rendah basah dengan temperatur musim kering dan daerah subtropis. Planosol memiliki susunan horizon ABtgC, horison bagian atas ochrik atau umbrik, horison bagian bawahnya natrik argik, atau albik, dan horison permukaan berwarna terang. Jenis tanah ini terdapat pada permukaan yang keras di atas horison bawah dan permeabilitas lambat. Planosol memiliki macam-macam tanah yakni planosol distrik, planosol solodik, planosol humik, planosol molik, dan planosol eutrik. Planosol memiliki kandungan tanah liat yang menyebabkan timbulnya genangan air musiman akibat nutrisi yang rendah.
rdf:langString
Planossolo (Do latim “planus” – plano) é uma ordem de solo caracterizada por horizonte subsuperficial B plânico, sendo este constituído por um alto teor de argila, argila dispersa, adensado, e estrutura bem desenvolvida (colunar, bloco-subangular ou bloco-angular) ou maciça. O horizonte B em contraste com o sobrejacente A ou E demonstra diferenciação por mudança textural abrupta ou por transição abrupta. Em decorrência desses atributos, a permeabilidade do Planossolo é reduzida e propicia a formação de lençol de água suspenso temporário; a sujeição a períodos de anoxia favorece reações de redução e, por consequência, a expressão de cores acinzentadas, escurecidas, e mosqueados.
rdf:langString
A Planosol in the World Reference Base for Soil Resources is a soil with a light-coloured, coarse-textured, surface horizon that shows signs of periodic water stagnation and abruptly overlies a dense, slowly permeable subsoil with significantly more clay than the surface horizon. In the US Soil Classification of 1938 used the name Planosols, whereas its successor, the USDA soil taxonomy, includes most Planosols in the Great Groups Albaqualfs, Albaquults and Argialbolls.
rdf:langString
Een Planosol (in de World Reference Base for Soil Resources) is een bodem met een licht gekleurde bovenste horizont met een grove textuur en tekenen van periodieke water stagnatie; deze gaat abrupt over in een dichte, slecht permeabele B horizont met aanzienlijk meer klei dan de bovengrond. In de oude Amerikaanse bodemclaasificatie werd de naam Planosol ook gebruikt, in de huidige classificatie, de USDA soil taxonomy, worden de Planosolen ingedeeld in Great Groups van de Alfisolen, Ultisolen en Mollisolen.
rdf:langString
rdf:langString
Planosol
rdf:langString
Planosol
rdf:langString
Planosol
rdf:langString
Planosol
rdf:langString
Planossolo
xsd:integer
21190774
xsd:integer
1116319533
rdf:langString
Planosol (PL) (von lat.: planus, eben) ist ein Begriff der Bodenkunde und benennt eine der 32 Referenzbodengruppen der World Reference Base for Soil Resources (WRB). Die Gruppe umfasst jahreszeitlich stauwasserbeeinflusste Böden mit abrupter Zunahme des Tongehalts irgendwo innerhalb von 100 cm. Stauwasserböden ohne abrupte Tongehaltszunahme gehören in der WRB zu den Stagnosolen.
rdf:langString
A Planosol in the World Reference Base for Soil Resources is a soil with a light-coloured, coarse-textured, surface horizon that shows signs of periodic water stagnation and abruptly overlies a dense, slowly permeable subsoil with significantly more clay than the surface horizon. In the US Soil Classification of 1938 used the name Planosols, whereas its successor, the USDA soil taxonomy, includes most Planosols in the Great Groups Albaqualfs, Albaquults and Argialbolls. These soils are typically in seasonally waterlogged flat lands. They occur mainly in subtropical and temperate, semi-arid and subhumid regions. Planosols are formed mostly in clayey alluvial and colluvial deposits. Geological stratification and/or a pedogenetic process of destruction and removal of clay has resulted in the relatively coarse-textured, light-coloured surface soil abruptly overlying finer textured subsoil; impeded downward percolation of water causes temporarily reducing conditions with a stagnic colour pattern, at least close to the abrupt textural change. Planosols in their natural state support a sparse grass vegetation, often with scattered shrubs and trees that have shallow root systems that can cope with temporary waterlogging. Agricultural land use on is normally less intensive than that on most other soils under the same climate conditions. Vast areas of Planosols are used for extensive grazing. Wood production on Planosols is much lower than on other soils under the same conditions. In the temperate zone these soils are mainly in grass or planted to crops such as wheat and sugar beet. Yields are modest even on drained and deeply loosened soils. Root development on natural unmodified Planosols is hindered severely by oxygen deficiency in wet periods, dense subsoil and, in places, by toxic levels of Al in the rootzone. Planosols in Southeast Asia are widely planted with paddy rice. Other crops met with little success. Fertilizers are needed for good yields. In climates with long dry periods and short infrequent wet spells the best land use are grasslands. Strongly developed Planosols with a very silty or sandy surface soil are best left untouched. Planosols cover an estimated 130 million hectares of the world. Major areas with Planosols occur in subtropical and temperate regions with clear alternation of wet and dry seasons, as in South America (Uruguay, northeastern Argentina, Paraguay, eastern Bolivia, the Brazilian pampa, the Pantanal mato-grossense and northeastern Brazil), Africa (Sahelian zone, East and Southern Africa), the east of the United States of America, Southeast Asia (Bangladesh and Thailand), and Australia.
rdf:langString
Planosol merupakan jenis kelompok tanah mineral dengan ciri lapisan bawah dari akumulasi lempung, biasanya terdapat di daerah dataran rendah basah dengan temperatur musim kering dan daerah subtropis. Planosol memiliki susunan horizon ABtgC, horison bagian atas ochrik atau umbrik, horison bagian bawahnya natrik argik, atau albik, dan horison permukaan berwarna terang. Jenis tanah ini terdapat pada permukaan yang keras di atas horison bawah dan permeabilitas lambat. Planosol memiliki macam-macam tanah yakni planosol distrik, planosol solodik, planosol humik, planosol molik, dan planosol eutrik. Planosol memiliki kandungan tanah liat yang menyebabkan timbulnya genangan air musiman akibat nutrisi yang rendah.
rdf:langString
Een Planosol (in de World Reference Base for Soil Resources) is een bodem met een licht gekleurde bovenste horizont met een grove textuur en tekenen van periodieke water stagnatie; deze gaat abrupt over in een dichte, slecht permeabele B horizont met aanzienlijk meer klei dan de bovengrond. In de oude Amerikaanse bodemclaasificatie werd de naam Planosol ook gebruikt, in de huidige classificatie, de USDA soil taxonomy, worden de Planosolen ingedeeld in Great Groups van de Alfisolen, Ultisolen en Mollisolen. Deze gronden komen voor op vlak terrein waar in sommige seizoenen sprake is van wateroverlast. Men vindt ze vooral in subtropische en gematigde, semi-aride en subhumide streken.Planosols zijn voornamelijk gevormd in kleiige alluviale en colluviale afzettingen. Door de geologische gelaagdheid en/of een bodemkundig proces van destructie en verwijdering van klei is een vrij grof getextureerde, licht gekleurde bovengrond ontstaan met een abrupte overgang naar een fijn getextureerde ondergrond. De sterk bemoeilijkte benedenwaartse percolatie van water in het profiel veroorzaakt tijdelijke gereduceerde omstandigheden, wat zichtbaar is in de typische gleyvlekken, vooral nabij de abrupte textuursprong. In natuurlijke toestand dragen Planosolen een schaarse vegetatie, meestal met wat verspreide struiken en bomen met een ondiep wortelgestel, die bestand zijn tegen periodieke wateroverlast. Landbouwkundig gebruik is meestal veel minder intensief dan op andere bodems onder dezelfde klimaatomstandigheden. Grote gebieden worden gebruikt voor extensieve veeteelt. In de gematigde klimaatzone worden deze gronden wel gebruikt voor gewasen als tarwe en suikerbiet. De oogsten zijn echter naar verhouding laag. Zuurstofgebrek in de bewortelbare zone, een sterk verdichte ondergrond en soms een toxisch gehalte aan aluminium zijn belangrijke beperkingen voor het gebruik. In Zuidoost-Azië worden Planosolen gebruikt voor de paddy rijstbouw. Andere gewassen zijn daar weinig succesvol. Zorgvuldige bemesting is echter noodzakelijk voor goede opbrengsten. In klimaten met lange droge perioden en korte slecht voorspelbare natte intervallen is het beste landgebruik grasland. Sterk ontwikkelde Planosolen met een zeer siltige of zandige bovengrond zijn voor landbouw ongeschikt. Planosolen bedekken ongeveer 130 miljoen hectare van de wereld. Ze zijn vooral te vinden in subtropische en gematigde streken met een duidelijke afwisseling van natte en droge seizoenen, zoals in Latijns-Amerika (het zuiden van Brazilië, Paraguay en Argentinië), Afrika (Sahel zone, Oost- en Zuid-Afrika), het oosten van de Verenigde Staten, Zuidoost-Azië (Bangladesh en Thailand), en in Australië.
rdf:langString
Planossolo (Do latim “planus” – plano) é uma ordem de solo caracterizada por horizonte subsuperficial B plânico, sendo este constituído por um alto teor de argila, argila dispersa, adensado, e estrutura bem desenvolvida (colunar, bloco-subangular ou bloco-angular) ou maciça. O horizonte B em contraste com o sobrejacente A ou E demonstra diferenciação por mudança textural abrupta ou por transição abrupta. Em decorrência desses atributos, a permeabilidade do Planossolo é reduzida e propicia a formação de lençol de água suspenso temporário; a sujeição a períodos de anoxia favorece reações de redução e, por consequência, a expressão de cores acinzentadas, escurecidas, e mosqueados.
xsd:nonNegativeInteger
6336
