Meum athamanticum

http://dbpedia.org/resource/Meum_athamanticum an entity of type: Thing

كَمُّون الجَبَل أو المُو (من اليونانية: مِيُونْ) أو البَسْبَسَة نبات اسمه العلمي (. Meum athamanticum L). rdf:langString
Koprník štětinolistý (Meum athamanticum) je nevysoká, bílými květy rozkvétající bylina, jediný druh monotypického rodu koprník z čeledi miříkovité. rdf:langString
Die Bärwurz (Meum athamanticum), auch Berg-Bärwurz genannt, ist die einzige Art der monotypischen Pflanzengattung Meum innerhalb der Familie der Doldenblütler (Apiaceae). rdf:langString
Meum athamanticum es una especie de planta glabra muy aromática, planta perenne y la única especie del género monotípico Meum, perteneciente a la familia de las apiáceas. rdf:langString
Wszewłoga górska (Meum athamanticum Gersault.) – gatunek rośliny z rodziny selerowatych. Gatunek subatlantycki, występuje w Europie Zachodniej i Środkowej, w Polsce rośnie w Sudetach, zasiedlając łąki i hale górskie. Według The Plant List jest to takson niezweryfikowany, o niepewnej pozycji taksonomicznej. rdf:langString
Björnrot (Meum athamanticum) är en växtart i familjen flockblommiga växter. Björnrot förekommer i de europeiska bergstrakterna, i Norden även på enstaka ställen i Norge. Den är en starkt lakritsluktande ört, glatt och omkring 30 centimeter hög med en mängd tuvade, mörkgröna, mycket findelade blad, vilkas hårfina slutflikar är utstående på alla sidor. Björnrot förekommer inte vild i Sverige men odlas ofta som prydnadsväxt. rdf:langString
Meum athamanticum is a glabrous, highly aromatic (aroma compound), perennial plant – the only species (monotypic) in the genus Meum of the family Apiaceae. Common names in the UK include baldmoney, meu or meum, and spignel (also spikenel and spiknel). rdf:langString
Cerfeuil des Alpes, Fenouil des Alpes, Fenouil de montagne( Pour les articles homonymes, voir Cerfeuil (homonymie). ) Certaines informations figurant dans cet article ou cette section devraient être mieux reliées aux sources mentionnées dans les sections « Bibliographie », « Sources » ou « Liens externes » (juin 2014). Vous pouvez améliorer la vérifiabilité en associant ces informations à des références à l'aide d'appels de notes. Meum athamanticum Espèce Meum athamanticumJacq., 1776 rdf:langString
Bergvenkel (Meum athamanticum) is een overblijvende plant, die behoort tot de schermbloemenfamilie (Apiaceae). De soort komt van nature voor in Midden- en West-Europa. De soort is inheems in Wallonië. In het zuiden van Noorwegen is deze ingeburgd. Bergvenkel is sterk aromatisch. Het aantal chromosomen is 2n = 22. De bruine vrucht is een 6-10 mm lange en 3-5 mm brede, zeskantige splitvrucht. * Illustratie * Plant * Blad * Bloemen * Vruchten * Bergvenkel met kleine woudzwever Bergvenkel komt voor op bergweiden, heidevelden en rotsen. rdf:langString
rdf:langString كمون الجبل
rdf:langString Koprník štětinolistý
rdf:langString Bärwurz (Pflanze)
rdf:langString Meum athamanticum
rdf:langString Meum athamanticum
rdf:langString Meum athamanticum
rdf:langString Bergvenkel
rdf:langString Wszewłoga górska
rdf:langString Björnrot
rdf:langString Meum athamanticum
rdf:langString Meum athamanticum
xsd:integer 7853867
xsd:integer 1099580809
rdf:langString Meum athamanticum
rdf:langString Meum
rdf:langString M. athamanticum
rdf:langString كَمُّون الجَبَل أو المُو (من اليونانية: مِيُونْ) أو البَسْبَسَة نبات اسمه العلمي (. Meum athamanticum L).
rdf:langString Koprník štětinolistý (Meum athamanticum) je nevysoká, bílými květy rozkvétající bylina, jediný druh monotypického rodu koprník z čeledi miříkovité.
rdf:langString Die Bärwurz (Meum athamanticum), auch Berg-Bärwurz genannt, ist die einzige Art der monotypischen Pflanzengattung Meum innerhalb der Familie der Doldenblütler (Apiaceae).
rdf:langString Meum athamanticum es una especie de planta glabra muy aromática, planta perenne y la única especie del género monotípico Meum, perteneciente a la familia de las apiáceas.
rdf:langString Meum athamanticum is a glabrous, highly aromatic (aroma compound), perennial plant – the only species (monotypic) in the genus Meum of the family Apiaceae. Common names in the UK include baldmoney, meu or meum, and spignel (also spikenel and spiknel). It is a plant of grassland, often on limestone, in mountain districts of Western Europe and Central Europe, its range extending as far south as the Sierra Nevada (Spain) of Andalucia, and central Bulgaria in the Balkans. It is not a very common plant in the UK, being found in only a few localities in N. England and N. Wales although a little more plentiful in Scotland – where it is found as far north as Argyll and Aberdeenshire. Meum has been cultivated in Scotland, where the roots were eaten as a root vegetable. The delicate, feathery foliage has been used as a condiment and in the preparation of a wide variety of home remedies as a diuretic, to control menstruation and uterine complaints and to treat catarrh, hysteria and stomach ailments. The scent of the roots of Meum has much in common with those of two other edible/medicinal umbellifers: Levisticum officinale and Angelica archangelica, while the aromatic flavour of Meum leaves is somewhat like Melilot (which owes its aroma of new-mown hay to coumarin) and is communicated to milk and butter when cows feed on the foliage in spring. The curious name Baldmoney is said to be derived from the name of the god Baldr (Scandinavian mythology) – to whom the plant was dedicated. In German it is known as Bärwurz [bear wort], feminine gender (die) for the plant and masculine gender (der) for a variety of Bavarian schnapps which is flavoured with its extract.
rdf:langString Cerfeuil des Alpes, Fenouil des Alpes, Fenouil de montagne( Pour les articles homonymes, voir Cerfeuil (homonymie). ) Certaines informations figurant dans cet article ou cette section devraient être mieux reliées aux sources mentionnées dans les sections « Bibliographie », « Sources » ou « Liens externes » (juin 2014). Vous pouvez améliorer la vérifiabilité en associant ces informations à des références à l'aide d'appels de notes. Meum athamanticum Espèce Meum athamanticumJacq., 1776 Le cerfeuil des Alpes, fenouil de montagne ou fenouil des Alpes (Meum athamanticum) est une espèce de plantes herbacées vivaces de la famille des Apiacées. Elle est cultivée comme plante ornementale ou comme plante condimentaire pour ses feuilles aromatiques.
rdf:langString Bergvenkel (Meum athamanticum) is een overblijvende plant, die behoort tot de schermbloemenfamilie (Apiaceae). De soort komt van nature voor in Midden- en West-Europa. De soort is inheems in Wallonië. In het zuiden van Noorwegen is deze ingeburgd. Bergvenkel is sterk aromatisch. Het aantal chromosomen is 2n = 22. De plant wordt 15-60 cm hoog en heeft een lange en dikke wortel. Bovenaan de wortel zitten vezels van oude bladeren. De kale, kantig geribbelde stengel is recht of opstijgend en heeft alleen aan de bovenzijde een of twee bladeren. De in omtrek langwerpige tot eivormige bladeren hebben een lange bladsteel en zijn twee tot viervoudig veerdelig. De bladslippen van de laatste viervoudig veerdelige delen zijn 4-6 mm lang en haar dun. Bergvenkel bloeit in juni en juli. De bloeiwijze is een scherm met 6-15 stralen en heeft geen of 1-8 omwindselbladeren. Het omwindseltje bestaat uit 3-8 bladeren. De randbloemen en de middelste bloemen zijn tweeslachtig, de andere zijn mannelijk. De 2-3 mm grote bloemen zijn wit of geelwit en zijn soms iets purper of roze aangelopen. De bloem heeft vijf bloemdekbladen en vijf meeldraden. De bruine vrucht is een 6-10 mm lange en 3-5 mm brede, zeskantige splitvrucht. * Illustratie * Plant * Blad * Bloemen * Vruchten * Bergvenkel met kleine woudzwever Bergvenkel komt voor op bergweiden, heidevelden en rotsen.
rdf:langString Wszewłoga górska (Meum athamanticum Gersault.) – gatunek rośliny z rodziny selerowatych. Gatunek subatlantycki, występuje w Europie Zachodniej i Środkowej, w Polsce rośnie w Sudetach, zasiedlając łąki i hale górskie. Według The Plant List jest to takson niezweryfikowany, o niepewnej pozycji taksonomicznej.
rdf:langString Björnrot (Meum athamanticum) är en växtart i familjen flockblommiga växter. Björnrot förekommer i de europeiska bergstrakterna, i Norden även på enstaka ställen i Norge. Den är en starkt lakritsluktande ört, glatt och omkring 30 centimeter hög med en mängd tuvade, mörkgröna, mycket findelade blad, vilkas hårfina slutflikar är utstående på alla sidor. Björnrot förekommer inte vild i Sverige men odlas ofta som prydnadsväxt.
xsd:nonNegativeInteger 3517

data from the linked data cloud