Liemar
http://dbpedia.org/resource/Liemar an entity of type: Thing
Liemar (unknown – 16 May 1101, in Bremen) was archbishop of Hamburg-Bremen from 1072 to 1101, and an important figure of the early Investiture Contest. He was a supporter of Emperor Henry IV from 1073. In 1074 the papal legates and Hubert of Palestrina put pressure on him to hold a local synod; he resisted, was suspended, and by 1075 his views against papal interference with bishops had hardened. In 1080, he attended the Synod of Brixen that condemned Pope Gregory VII. With Benno II of Osnabrück he commissioned the anti-papal polemic of around 1085. Liemar was one of many bishops who was irked by Gregory VII's encroachment of episcopal autonomy. In a letter to Bishop Hezilo of Hildesheim, Liemar complained that Gregory VII was ordering his bishops about 'as though they were his bailiffs'.
rdf:langString
Liemar (onbekend - Bremen, 16 mei 1101) was van 1072 tot 1101 aartsbisschop van Hamburg-Bremen. Hij speelde een belangrijke rol in de eerste fase van de Investituurstrijd. Hij was vanaf 1073 een aanhanger van keizer Hendrik IV. In 1074 werd hij door de pauselijke legaten en onder druk gezet om een lokale synode te organiseren. Hij verzette zich hiertegen, waarna hij werd geschorst. In 1075 had zijn standpunt tegen pauselijke inmenging zich verhard.. Samen met gaf hij rond 1085 de opdracht tot het schrijven van een anti-pauselijke polemiek aan
rdf:langString
Liemar († 16. Mai 1101 in Bremen) war Erzbischof von Bremen und Hamburg von 1072 bis 1101. Liemar entstammte einem bayrischen Ministerialengeschlecht. Zu Pfingsten 1072 ernannte König Heinrich IV. Liemar zum Nachfolger des zwei Monate zuvor gestorbenen Erzbischofs Adalbert. Das Pallium verlieh ihm Papst Alexander II. Der Chronist Adam von Bremen widmete seine Hamburgische Kirchengeschichte dem Erzbischof Liemar.
rdf:langString
rdf:langString
Liemar
rdf:langString
Liemar
rdf:langString
Liemar
xsd:integer
15568662
xsd:integer
1094133961
xsd:integer
1072
rdf:langString
Liemar († 16. Mai 1101 in Bremen) war Erzbischof von Bremen und Hamburg von 1072 bis 1101. Liemar entstammte einem bayrischen Ministerialengeschlecht. Zu Pfingsten 1072 ernannte König Heinrich IV. Liemar zum Nachfolger des zwei Monate zuvor gestorbenen Erzbischofs Adalbert. Das Pallium verlieh ihm Papst Alexander II. Liemar verfolgte wie sein Vorgänger Adalbert eine an den Interessen des Reichs angelehnte Politik. Während des Investiturstreits stand er an der Seite des Kaisers Heinrich IV., wofür er vom Papst Gregor VII. abgesetzt und exkommuniziert wurde. Während seines Reichsdienstes zog Liemar sechs Mal über die Alpen und nahm mit Heinrich IV. am Gang nach Canossa teil. In seiner Amtszeit als Erzbischof ließ er den Bremer Dombezirk mit einem vallo firmissimo (‚starken Wall‘) befestigen, durch seine seltene Anwesenheit litt jedoch die territoriale Entwicklung des Stifts insgesamt – so war er in den 29 Jahren seiner Amtszeit nur 11 Jahre in Bremen, während der ersten 13 Jahre seiner Amtszeit sogar nur zwei Jahre. 1088 geriet Liemar bei einem Überfall auf das Lager des Kaisers bei der Burg Gleichen in die Hand Ekberts von Meißen. Er konnte sich nur gegen die Zahlung von 300 Mark Silber und der Überlassung der bremischen Stiftsvogtei freikaufen. Die Stiftsvogtei gelangte dann in die Hand der Grafen von Stade, der sächsischen Gegner des Erzbistums. Auch die Einrichtung des Erzbistums Lund 1104, gegen die sich Adalbert zuvor beständig gewehrt hatte, konnte Liemar nicht verhindern. Das skandinavische Missionsgebiet hatte sich damit von Bremen unabhängig gemacht. Der Chronist Adam von Bremen widmete seine Hamburgische Kirchengeschichte dem Erzbischof Liemar.
rdf:langString
Liemar (unknown – 16 May 1101, in Bremen) was archbishop of Hamburg-Bremen from 1072 to 1101, and an important figure of the early Investiture Contest. He was a supporter of Emperor Henry IV from 1073. In 1074 the papal legates and Hubert of Palestrina put pressure on him to hold a local synod; he resisted, was suspended, and by 1075 his views against papal interference with bishops had hardened. In 1080, he attended the Synod of Brixen that condemned Pope Gregory VII. With Benno II of Osnabrück he commissioned the anti-papal polemic of around 1085. Liemar was one of many bishops who was irked by Gregory VII's encroachment of episcopal autonomy. In a letter to Bishop Hezilo of Hildesheim, Liemar complained that Gregory VII was ordering his bishops about 'as though they were his bailiffs'.
rdf:langString
Liemar (onbekend - Bremen, 16 mei 1101) was van 1072 tot 1101 aartsbisschop van Hamburg-Bremen. Hij speelde een belangrijke rol in de eerste fase van de Investituurstrijd. Hij was vanaf 1073 een aanhanger van keizer Hendrik IV. In 1074 werd hij door de pauselijke legaten en onder druk gezet om een lokale synode te organiseren. Hij verzette zich hiertegen, waarna hij werd geschorst. In 1075 had zijn standpunt tegen pauselijke inmenging zich verhard.. Samen met gaf hij rond 1085 de opdracht tot het schrijven van een anti-pauselijke polemiek aan
xsd:nonNegativeInteger
2139