Hammer mill
http://dbpedia.org/resource/Hammer_mill an entity of type: Thing
الطاحونة المطرقية أو مطحنة المطرقة أو الكسارة المطرقية (بالإنجليزية: Hammer mill)، هي ورشة عمل في مرحلة ما قبل العصر الصناعي كان يتم استخدامها عادة لتصنيع الحديد المطاوع والمنتجات أو الأدوات الزراعية أو التعدين في بعض الأحيان أو الأسلحة العسكرية. في الطواحين المطرقية يتم تكسير الجُزء بواسطة مجموعة من المطارق المثبتة إلى جزء القرص الدوار، يتم تحريك عمود المطرقة، أو «المقود»، في المنتصف، ويتم رفع رأس المطرقة بفعل الحدبات الموضوعة على عمود دوار مما أدى بشكل دوري إلى خفض نهاية العمود. وجه المطرقة مصنوع من الحديد لقوة التحمل.
rdf:langString
Ein Eisenhammer ist ein Handwerksbetrieb zur Herstellung von Schmiedeeisen als Halbzeug und daraus gefertigten Gebrauchsgütern aus der Zeit vor der Industrialisierung. Das namensgebende Merkmal dieser Hammerschmieden war der mit Wasserkraft angetriebene Schwanzhammer. Das Anheben des Hammers übernahm eine Welle, auf der radiale „Daumen“ (siehe auch Nockenwelle) befestigt waren, die das Ende des Hammerstiels periodisch hinunterdrückten und somit den Hammerkopf anhoben. Beim Anheben und Niederfallen bewegte sich Letzterer in einer Kreislinie. Die Hammerbahn wurde zur langen Nutzung verstählt.
rdf:langString
A hammer mill, hammer forge or hammer works was a workshop in the pre-industrial era that was typically used to manufacture semi-finished, wrought iron products or, sometimes, finished agricultural or mining tools, or military weapons. The feature that gave its name to these workshops was the water-driven trip hammer, or set of hammers, used in the process. The shaft, or 'helve', of the hammer was pivoted in the middle and the hammer head was lifted by the action of cams set on a rotating camshaft that periodically depressed the end of the shaft. As it rose and fell, the head of the hammer described an arc. The face of the hammer was made of iron for durability.
rdf:langString
Водяна кузня, гама́рня (через пол. hamernia від нім. Hammerwerkstatt — «ковальський цех», «молотовий верстат») — тип мануфактури доіндустріального періоду, на якому виплавлений з руди метал очищався чи перероблювався за допомогою водяного молота. Водяні кузні використовувалися для виробництва ковкого заліза, рідше кольорових металів, іноді на них займалися виготовлення готової продукції (сільськогосподарських і гірничих знарядь, зброї). З'явилися такі кузні приблизно в XIV столітті разом з розвитком технології водяних коліс і широко використовувалися до XIX ст., коли водяний привод стали витісняти парові машини.
rdf:langString
Hamr (z německého Hammer kladivo), neboli puchýrna, je ocelářská a kovářská dílna, která je vybavena kovacím strojem poháněným vodním kolem. Vybavení hamru bylo stejné jako u kovárny – výheň, měchy, kovadliny, svěráky, kladiva, sekáče, útinky, zápustky, kleště, ale navíc zejména vodou poháněné buchary. Dalšími samostatnými vodními koly byly obvykle v hamru poháněny měchy, rozdmýchávající a brus pro zabrušování a ostření železných výrobků. Hamry fungovaly až do poloviny 20. století. V hamrech pracovali hamerníci. O údržbu dřevěné části vlastního pohonu hamru vodními koly se starali sekerníci.
rdf:langString
Een hamersmidse is een kleinbedrijf voor de vervaardiging van smeedijzer als halffabricaat en van daaruit geproduceerde gebruiksgoederen uit de periode voor de industrialisatie. Het naamgevende kenmerk van de hamersmidse was de met waterkracht aangedreven hamer. Het opheffen van de hamer gebeurde door middel van een trommel waarop een bevestigd was die de hamersteel periodiek ophief en liet vallen. De hamerkop maakte hierbij een beweging over een cirkelboog. Plaatsnamen die op -hammer eindigen, komen in deze streken veel voor. Typische producten van hamersmidsen waren
rdf:langString
Kuźnica lub hamernia albo młotownia – dawny typ zakładu-manufaktury, w którym wytopione z rudy metale uzdatniano lub przerabiano za pomocą młota poruszanego kołem wodnym. Kuźnice (hamernie) stosowano także do nadawania odpowiedniego kształtu półproduktom i gotowym wyrobom metalowym, najczęściej żelaznym ale także z miedzi, mosiądzu, itp. Sama kuźnica była symbolem postępu stąd takie nazwy jak np. Kuźnica Kołłątajowska.
rdf:langString
rdf:langString
طاحونة مطرقية
rdf:langString
Hamr
rdf:langString
Eisenhammer
rdf:langString
Hammer mill
rdf:langString
Hamersmidse
rdf:langString
Kuźnica (zakład)
rdf:langString
Водяна кузня
xsd:integer
3666108
xsd:integer
1124515269
rdf:langString
Hamr (z německého Hammer kladivo), neboli puchýrna, je ocelářská a kovářská dílna, která je vybavena kovacím strojem poháněným vodním kolem. Vybavení hamru bylo stejné jako u kovárny – výheň, měchy, kovadliny, svěráky, kladiva, sekáče, útinky, zápustky, kleště, ale navíc zejména vodou poháněné buchary. Hamr je výraz používaný jak pro budovu, tak i pro jeho hlavní stroj, strojně poháněné kladivo, někdy též nazývané kobyla, který dnes označujeme jako kruhoběžný padací buchar. Je nadzdvihováno palci umístěnými na obvodu hřídele vodního kola. Tento mechanismus výrazně ulehčuje a urychluje namáhavou kovářskou práci a proti ručnímu kování umožňuje zpracovat i větší kusy železa. Dalšími samostatnými vodními koly byly obvykle v hamru poháněny měchy, rozdmýchávající a brus pro zabrušování a ostření železných výrobků. Hamry fungovaly až do poloviny 20. století. V hamrech pracovali hamerníci. O údržbu dřevěné části vlastního pohonu hamru vodními koly se starali sekerníci.
rdf:langString
الطاحونة المطرقية أو مطحنة المطرقة أو الكسارة المطرقية (بالإنجليزية: Hammer mill)، هي ورشة عمل في مرحلة ما قبل العصر الصناعي كان يتم استخدامها عادة لتصنيع الحديد المطاوع والمنتجات أو الأدوات الزراعية أو التعدين في بعض الأحيان أو الأسلحة العسكرية. في الطواحين المطرقية يتم تكسير الجُزء بواسطة مجموعة من المطارق المثبتة إلى جزء القرص الدوار، يتم تحريك عمود المطرقة، أو «المقود»، في المنتصف، ويتم رفع رأس المطرقة بفعل الحدبات الموضوعة على عمود دوار مما أدى بشكل دوري إلى خفض نهاية العمود. وجه المطرقة مصنوع من الحديد لقوة التحمل.
rdf:langString
Ein Eisenhammer ist ein Handwerksbetrieb zur Herstellung von Schmiedeeisen als Halbzeug und daraus gefertigten Gebrauchsgütern aus der Zeit vor der Industrialisierung. Das namensgebende Merkmal dieser Hammerschmieden war der mit Wasserkraft angetriebene Schwanzhammer. Das Anheben des Hammers übernahm eine Welle, auf der radiale „Daumen“ (siehe auch Nockenwelle) befestigt waren, die das Ende des Hammerstiels periodisch hinunterdrückten und somit den Hammerkopf anhoben. Beim Anheben und Niederfallen bewegte sich Letzterer in einer Kreislinie. Die Hammerbahn wurde zur langen Nutzung verstählt.
rdf:langString
A hammer mill, hammer forge or hammer works was a workshop in the pre-industrial era that was typically used to manufacture semi-finished, wrought iron products or, sometimes, finished agricultural or mining tools, or military weapons. The feature that gave its name to these workshops was the water-driven trip hammer, or set of hammers, used in the process. The shaft, or 'helve', of the hammer was pivoted in the middle and the hammer head was lifted by the action of cams set on a rotating camshaft that periodically depressed the end of the shaft. As it rose and fell, the head of the hammer described an arc. The face of the hammer was made of iron for durability.
rdf:langString
Een hamersmidse is een kleinbedrijf voor de vervaardiging van smeedijzer als halffabricaat en van daaruit geproduceerde gebruiksgoederen uit de periode voor de industrialisatie. Het naamgevende kenmerk van de hamersmidse was de met waterkracht aangedreven hamer. Het opheffen van de hamer gebeurde door middel van een trommel waarop een bevestigd was die de hamersteel periodiek ophief en liet vallen. De hamerkop maakte hierbij een beweging over een cirkelboog. De aanvankelijk door waterraderen en later ook door stoomkracht aangedreven installaties kwamen algemeen in gebruik toen de bewerkte werkstukken met de tijd steeds maar groter werden en nog maar moeilijk met de hand bewerkt konden worden. De hamersmidsen verhitten ijzererts door middel van houtskool in de zogenoemde "", "rennherden" of "rennfeuer". (Georgius Agricola, 1556). In deze smeltoven die van eveneens door waterkracht aangedreven blaasbalgen voorzien was, werd het erts tot een gloeiende klomp van ruw ijzer, slak en koolresten versmolten. Het ijzer werd daarbij niet vloeibaar zoals in een hoogoven, maar bleef een deegachtige klomp. Deze zogeheten 'loep' werd dan met de hamers net zo lang uitgesmeed en in een andere oven opnieuw verhit, totdat er geen slak en kolenresten meer over waren. Het ijzer kon vervolgens direct als smeedijzer worden gebruikt. Een navolgend hardingsproces zoals bij hoogovenvervaardiging was niet noodzakelijk. Wijdverbreid waren hamersmidsen sinds de late Middeleeuwen in de Opper-Palts, in het bijzonder in de buurt van de steden Amberg en Sulzbach, in het Thüringer Wald (de "Lauter-" en "Niederhammer" in Suhl reeds in 1363), in het Fichtelgebergte, in het Ertsgebergte en in de Harz. In deze buurten kwam ijzer voor dat met de middelen van destijds gewonnen kon worden. Zo kreeg de Opper-Palts de bijnaam Ruhrgebied van de Middeleeuwen. Plaatsnamen die op -hammer eindigen, komen in deze streken veel voor. Typische producten van hamersmidsen waren
* Staafijzer (als ruw materiaal voor de buissmederijen in Suhl)
* Staven
* Onvertind blik
* Vertind blik
* Draad en gedijden zo in de handel. De verdere verwerking tot eindproducten gebeurde meestal buiten het ontwikkelgebied, in het Thüringer wald meestal naar plaats (Suhl en Zella-Mehlis: wapens; Schmalkalden, Steinbach-Hallenberg: gereedschappen).
rdf:langString
Kuźnica lub hamernia albo młotownia – dawny typ zakładu-manufaktury, w którym wytopione z rudy metale uzdatniano lub przerabiano za pomocą młota poruszanego kołem wodnym. Kuźnice (hamernie) stosowano także do nadawania odpowiedniego kształtu półproduktom i gotowym wyrobom metalowym, najczęściej żelaznym ale także z miedzi, mosiądzu, itp. Sama kuźnica była symbolem postępu stąd takie nazwy jak np. Kuźnica Kołłątajowska. Zależnie od konstrukcji pieca, a co za tym idzie – od uzyskiwanej temperatury można uzyskać żelazo miękkie, żelazo twarde (stal różnej jakości) lub surówkę, czyli żeliwo. W Polsce z wykorzystaniem rodzimych rud typu limonit już od VII wieku przy pomocy dymarek uzyskiwano żelazo. W większości wytopów było to żelazo miękkie, wystarczające do produkcji pewnych narzędzi, ale nie do produkcji np. mieczy. Aby uzyskać żelazo twarde, należało je wyjąć z pieca w postaci łupka (zwanego też kęsem) i rozżarzone przekuć z dodatkiem węgla drzewnego. Przekuwanie podnosiło stopień nawęglenia i przekształcało miękkie żelazo w stal (na obszarze Polski X-XI w.). Z czasem wytopów zaczęto dokonywać na powierzchni, z użyciem miechów i w coraz większych piecach, wciąż jednak zwanych dymarkami. Prawdopodobnie dopiero w ostatniej ćwierci XVIII w. wprowadzono w Polsce trwałe piece do wytopu żelaza (miały wtedy ok. 7 m. wysokości). Po drodze był jeszcze etap „pieców tygodniowych” z przyczyn religijnych wygaszanych przed dniem świątecznym. Coraz większe piece dawały coraz większe kęsy żelaza. Tu już do przekucia nie wystarczał jeden czy dwóch kowali. Należało zastosować mechanizację – młoty napędzane energią koła wodnego. Miejsca, gdzie budowano takie urządzenia zwano kuźnicami (kuźnica = wielka kuźnia) lub hamerniami (od niemieckiego słowa Hammer = młot). Tam też można było dowozić wyprodukowane gdzie indziej kęsy żelaza. Zrozumiałym jest że w jednych miejscach, ze względu na obecność rudy mogły działać huty (miejscowości Huta, Hutki albo Ruda, Rudki, Rudnik, itp.), a w innych ze względu na obecność odpowiednio nachylonego koryta rzecznego kuźnice. Te miejsca często dziś noszą nazwy Kuźnica, Kuźniczki lub Hamernia. Jeszcze w mniejszej ilości miejsc mogły powstać równocześnie huty i kuźnice. Wydobywanie rud było początkowo przywilejem królewskim. W 1025 r. Bolesław I Chrobry takim przywilejem obdarzył Kościół. W XII w. na prośbę króla francuskiego Bolesław III Krzywousty wysłał do Francji polskich specjalistów od wyrobu żelaza. Wtedy też Francuzi przyjęli w wersji chełmińskiej polskie uregulowania prawne dotyczące górnictwa. Dopiero Stefan Batory w 1576 r. przywilej górniczy przelał na wszystkich posiadaczy ziemskich. W owych czasach wydobycie (górnictwo) i przerób (hutnictwo) były jednym zawodem. W 1645 r. w miejscowości Bobrza (dobra biskupstwa krakowskiego) istniał wielki piec (ówczesny wielki piec nie przekraczał 2 m wysokości) służący do wytopu żeliwa. Żeliwa używano wówczas do odlewania kul armatnich, armat, różnego rodzaju naczyń np. kotłów do destylacji. Z wyrobu żelaza najbardziej znany był Staropolski Okręg Przemysłowy, a najlepszą stal oraz szable, zbroje i pistolety produkowały królewskie kuźnice w Samsonowie. Niejedno zwycięstwo polskiego oręża w XVII i XVIII w. wywalczono przygotowywaną w samsonowskich manufakturach bronią. Julian Ursyn Niemcewicz pisze, że pierwszy wielki piec zbudowano tam już w 1598 r. Miejscowość Hamernia jest przykładem kuźnicy zajmującej się obróbką miedzi. Założono ją w połowie XVIII w. dla Ordynacji Zamojskiej nad rzeką Sopot. Produkowano tam miedziane narzędzia, okucia, rury, naczynia browarne. W 1790 r. komisarz Ordynacji Joachim Owidzki wydzierżawił zakład. W 1849 r. nastąpił kryzys gorzelniany i zakład upadł. W tej części Roztocza znajduje się wiele miejscowości których nazwy wskazują na ich związek z metalurgią żelaza. Niedaleko Hamerni istniała wieś Fryszarka. Jej nazwa może wskazywać, że znajdowała się tam fryszerka, w której odbywał się proces fryszowania, dziś bardziej znany jako świeżenie, czyli odwęglanie surówki żelaznej.
rdf:langString
Водяна кузня, гама́рня (через пол. hamernia від нім. Hammerwerkstatt — «ковальський цех», «молотовий верстат») — тип мануфактури доіндустріального періоду, на якому виплавлений з руди метал очищався чи перероблювався за допомогою водяного молота. Водяні кузні використовувалися для виробництва ковкого заліза, рідше кольорових металів, іноді на них займалися виготовлення готової продукції (сільськогосподарських і гірничих знарядь, зброї). З'явилися такі кузні приблизно в XIV столітті разом з розвитком технології водяних коліс і широко використовувалися до XIX ст., коли водяний привод стали витісняти парові машини.
xsd:nonNegativeInteger
15021