Godbald
http://dbpedia.org/resource/Godbald an entity of type: Thing
Godebald (auch Godebold, Gondebald) († 12. November 1127 in bei Utrecht) war von 1114 bis 1127 Bischof von Utrecht.
rdf:langString
Godbald (or Godebald) (died 12 November 1127, in Utrecht) was a bishop of Utrecht from 1114 to 1127. Nothing is known about Godbald's origins. He was Provost at the chapter of the Johns-church in Utrecht and was closely involved in the management of the bishops Conrad of Swabia and Burchard before he was himself elected as bishop in 1114, after a lengthy vacancy. After the setback at the Imperial Diet, Godbald retreated to the monastery of Oostbroek, where he died and was buried in 1127.
rdf:langString
Godebald (gestorven in Utrecht, 12 november 1127) was bisschop van Utrecht van 1114 tot 1127. Over de afkomst van Godebald is niets bekend. Hij was proost van het kapittel van de Janskerk en was nauw betrokken bij het bestuur van de bisschoppen Koenraad en Burchard voordat hij na een langdurige vacature in 1114 zelf tot bisschop benoemd werd. Na deze tegenslag trok Godebald zich terug in het klooster van Oostbroek, waar hij in 1127 stierf en begraven werd.
rdf:langString
rdf:langString
Godebold von Utrecht
rdf:langString
Godbald
rdf:langString
Godebald
rdf:langString
Godbald
rdf:langString
Godbald
xsd:date
1127-11-12
xsd:integer
24302061
xsd:integer
1010704959
xsd:date
1127-11-12
xsd:integer
1114
rdf:langString
Bishop of Utrecht
rdf:langString
Bishop
xsd:integer
1114
rdf:langString
Godebald (auch Godebold, Gondebald) († 12. November 1127 in bei Utrecht) war von 1114 bis 1127 Bischof von Utrecht.
rdf:langString
Godbald (or Godebald) (died 12 November 1127, in Utrecht) was a bishop of Utrecht from 1114 to 1127. Nothing is known about Godbald's origins. He was Provost at the chapter of the Johns-church in Utrecht and was closely involved in the management of the bishops Conrad of Swabia and Burchard before he was himself elected as bishop in 1114, after a lengthy vacancy. On his elevation, his first act was to restore order in the Zeelandic part of the diocese, which belonged to the County of Flanders. The heretical preacher Tanchelm had tried to get the area transferred to the bishopric of Terwaan, which was governed by a like-minded bishop. Tanchelm died in 1115, but his influence remained. In 1123, Godbald founded a Norbertine monastery in Middelburg, which was assigned to combat the heresy of Tanchelm. Godbald was a reform-minded man. This was shown by his involvement in the founding of the St. Laurens abbey near Oostbroek at De Bilt, which was the first monastery in the diocese to join the Cluniac movement. Godbald sided with the pope in the Investiture Controversy. During a visit of Henry V, Holy Roman Emperor to Utrecht in 1122, the following of the emperor clashed with the bishop's ministerials, after which Godbald was taken prisoner. He was soon released, but at the cost of major concessions. The city of Utrecht was given several important city rights; they were allowed to build an earthen wall around the city and they received financial favours at the cost of the bishopric. At the Concordat of Worms in the same year, Godbald seems to have supported the emperor, but in 1123 they clashed again. They soon reconciled, but Henry V died in 1125 in Utrecht, after which his opponent Lothair III rose to the throne. Almost immediately Godbald was at odds with the emperor again. Lothair III supported his family-in-law, the Counts of Holland, and granted them rights over Friesland, which had previously been granted to the bishopric by Henry IV, Holy Roman Emperor. During the Imperial Diet at Utrecht in 1126, Godbald again lost in a dispute with the counts of Holland, this time over the newly mined peatlands around Utrecht. Godbald had played an active role in the cultivation of these areas. He had also had a dam laid down at Wijk bij Duurstede to stabilize the water level of the Kromme Rijn, and he had the Vaartse Rijn, a short canal, dug to improve the ship transportation. After the setback at the Imperial Diet, Godbald retreated to the monastery of Oostbroek, where he died and was buried in 1127.
rdf:langString
Godebald (gestorven in Utrecht, 12 november 1127) was bisschop van Utrecht van 1114 tot 1127. Over de afkomst van Godebald is niets bekend. Hij was proost van het kapittel van de Janskerk en was nauw betrokken bij het bestuur van de bisschoppen Koenraad en Burchard voordat hij na een langdurige vacature in 1114 zelf tot bisschop benoemd werd. Bij zijn aantreden moest hij eerst orde op zaken stellen in het Zeeuwse deel van het diocees dat tot het graafschap Vlaanderen behoorde. De "ketterse" prediker Tanchelm probeerde het gebied overgeheveld te krijgen naar het bisdom Terwaan, dat bestuurd werd door een geestverwant. Tanchelm stierf in 1115, maar zijn invloed werkte door. Godebald stichtte in 1123 nog een norbertijns klooster in Middelburg, dat opdracht kreeg de ketterij van Tanchelm te bestrijden. Godebald was een hervormingsgezind man. Dat blijkt uit het feit dat hij betrokken was bij de oprichting van de Sint-Laurensabdij in Oostbroek bij De Bilt, dat zich als eerste klooster in het diocees aansloot bij het hervormingsklooster Cluny. Daarnaast was Godebald in de investituurstrijd geneigd de zijde van de paus te kiezen. Tijdens een bezoek van keizer Hendrik V aan Utrecht in 1122 raakte het gevolg van de keizer om onduidelijke reden slaags met de ministerialen van de bisschop, waarna Godebald gevangengenomen werd. Hij werd weldra vrijgelaten, maar moest ingrijpende concessies doen. Zo moest hij de Utrechtse burgers een aantal belangrijke rechten schenken die de basis vormden voor het Utrechtse stadsrecht: zij mochten de stad beschermen met een aarden wal en kregen financiële gunsten ten koste van de bisschop. Bij het Concordaat van Worms in hetzelfde jaar schijnt Godebald wel aan de zijde van de keizer te hebben gestaan, maar in 1123 kwam het opnieuw tot een aanvaring tussen de twee vorsten. Weliswaar verzoenden zij zich snel, maar Hendrik V stierf in 1125 in Utrecht, waarna zijn tegenstander, Lotharius III, de troon besteeg. Van de weeromstuit lag Godebald ook met hem overhoop. Lotharius steunde zijn aangetrouwde familie, de graven van Holland, en schonk hun de grafelijke rechten van Friesland, die Hendrik IV nog aan de Utrechtse bisschop had overgedragen. Tijdens de rijksdag te Utrecht in 1126 trok Godebald ook aan het kortste eind in een geschil over de rechten op nieuw ontgonnen veengebieden rondom Utrecht. Godebald had een actieve rol gespeeld bij de ontginning van die gebieden. Ook had hij, om het waterpeil in de Kromme Rijn te stabiliseren, een dam bij Wijk bij Duurstede laten aanleggen, en om de scheepvaart te bevorderen had hij de Vaartsche Rijn laten graven. Na deze tegenslag trok Godebald zich terug in het klooster van Oostbroek, waar hij in 1127 stierf en begraven werd.
xsd:nonNegativeInteger
4058
rdf:langString
Bishop of Utrecht